Naar hoofdinhoud Naar footer

Opdrachten - Agressie

In het werk als verpleegkundige kom je vanzelfsprekend agressief gedrag tegen. We hebben 5 bronnen en 3 vormen besproken die je bij patiënten kunt tegenkomen. In de opdrachten testen we je praktijkkennis. Ook bereiden we je vast voor op het volgende onderwerp: voorkómen van agressie.

  1. Welke vormen van agressie kom jij in je werk tegen of er buiten?
  2. Welke bronnen zijn reden of oorzaak van deze agressie?
  3. Neem één voorbeeld: was er sprake van externe escalatie (kort lontje) of interne escalatie (lang lontje)?
  4. Geef 2 praktijkvoorbeelden en beschrijf je reactie (lichamelijk, verbaal, handelen).
  5. Wat was het effect van je reactie?
  6. Hoe was het agressieve gedrag te voorkomen geweest?

Bij een respectvolle behandeling hoort een open, respectvolle houding. Maar dat lukt niet altijd, om verschillende redenen. Jouw patiënten vertonen weerstanden en je merkt misschien dat jij met jouw gedrag ook weerstanden oproept bij je patiënten. In deze opdracht breng je deze patronen in kaart.

  • Met welke van de genoemde weerstandsuitingen van patiënten heb jij vooral moeite? Hoe reageer je daarop? Met welk effect?
  • Wissel uit in 2- of 4-tallen en bedenk alternatieven voor je reacties.
  • Welke manieren van weerstand oproepen bij patiënten gebruik jij regelmatig? Hoe reageert de patiënt daarop? Met welk effect (op jou)?
  • Wissel uit in 2- of 4-tallen en bedenk alternatieven voor je aanpak.

Voorbeelden uit de praktijk zijn belangrijk om van te leren. Lees ze en maak een plan van aanpak.

Sander (55) gaat als volwassene op zoek naar hulp nadat hij in zijn jeugd ernstig mishandeld is. Effectieve hulp is echter ver te zoeken, merkt hij. ‘De meeste hulpverleners konden mijn verhalen niet aanhoren, omdat ze te heftig zijn. Anderen hebben me gemaand om toch vooral te vergeten wat me is overkomen, terwijl ik behoefte heb om erover te praten.’

Sanders klachten en problemen worden daardoor steeds erger. Hij heeft dagelijks last van triggers: situaties, mensen, voorwerpen die hem terugbrengen naar zijn jeugd en de mishandelingen die toen hebben plaatsgevonden. ‘Baby's, peuters en jongens tot een jaar of 12 zijn het ergst. Maar ook gebouwen, dieren en voorwerpen die me aan vroeger doen denken, vormen triggers waardoor ik herbelevingen krijg.’ Door deze herbelevingen dissocieert hij. Hij vlucht dan ook in zogenaamde andere persoonlijkheden of alternatieve persoonlijkheden (ook wel alters genoemd), om zichzelf te beschermen. Tijdens de herbelevingen en dissociaties vertoont hij verward, angstig en agressief gedrag.

  • Hoe zou je Sander kunnen helpen?
  • Hoe zou je kunnen voorkomen dat jouw woorden en je gedrag triggers zijn voor verward (angstig/agressief) gedrag?

Als je de theorie over overdracht en tegenoverdracht bekijkt:

  • Wat zouden de overdrachtsgevoelens van Sander kunnen zijn?
  • Wat zijn jouw valkuilen in termen van tegenoverdracht?
  • Hoe zou je jezelf kunnen beschermen tegen deze valkuilen?

Lees dit citaat van Hedwig Sombroek uit ‘Innerlijke collaborateurs, saboteurs en vernietigers: De psychodynamiek van vroege trauma's’ (2009)

‘Een trauma is vanuit subjectief perspectief een zo overweldigende ervaring van nabijheid van de dood, van existentiële angst, machteloosheid en overgeleverd zijn, dat de persoon in kwestie bij wijze van reflex verstijft en vanuit overlevingsdrang dissocieert in verschillende deeltoestanden. Een trauma is altijd een schending van de lichamelijke en geestelijke integriteit. Als gevolg daarvan kunnen veranderingen in denken, voelen en handelen bij deze persoon worden geconstateerd. Alle elementen van het leven zijn verstoord, het zelfbeeld, de lichamelijke gewaarwording, de toekomst, het prestatievermogen en de wijze waarop relaties worden aangegaan. (…) Dissociatie is een noodprocedure die al vanaf de geboorte beschikbaar is en twee doelen dient: (1) garantie op overleven en (2) het verdraaglijk maken van de pijn. Ook het getraumatiseerde kind streeft deze doelen na, al zijn de eigen mogelijkheden daartoe in werkelijkheid beperkt en hangt zijn leven in feite af van de instandhouding van de relatie met de dader. In een traumatische situatie ontstaan door dissociatie twee gedeeltelijk autonome ‘emotionele persoonlijkheidsdelen’, die als ‘angstig innerlijk kind’ en ‘agressief innerlijk kind’ in het binnenste van het slachtoffer worden ingekapseld. (…) De machtsverhouding dwingt het kind tot onderwerping; uit loyaliteit aan de dader onderdrukt het alle eigen behoeften; zelfbeperking en zelfverraad zijn het gevolg. Vanaf dat moment neemt het slachtoffer de schuld op zich voor alles wat hem overkomt. Want de duiding “het is mijn eigen schuld!” voorziet het hulpeloze kind van een restant aan zelfcontrole en handelsbekwaamheid en biedt hem de mogelijkheid om ondanks alles de dader weer tegemoet te treden.’

  • Wat herken je in de beschermingsmechanismen in dit citaat van de ervaringen van Sander?

Oefenen met de spanningsmeter is heel zinvol, omdat je er zo bedrevener in raakt en ontdekt waar je valkuilen liggen. In combinatie met de inrichting van de ruimte.

  • Oefen in drietallen met de spanningsmeter. 2 spelers, een observator.
  • Na 15 minuten wisselen van rol.
  • Kort nabespreken: wat ging goed, wat kon beter (maximaal 2 punten elk).
  • Oefen in drietallen met de spanningsmeter en een goede inrichting van de ruimte. 2 spelers, een observator. Zowel de patiënt als de verpleegkundige verlaat tijdens het gesprek een keer haastig de ruimte uit angst.
  • Na 15 minuten wisselen van rol.
  • Kort nabespreken: wat ging goed, wat kon beter (maximaal 2 punten elk).

Een escalatie kan snel verder escaleren bij een verkeerde aanpak. Lees hier ook over in de paragraaf over weerstanden oproepen.

Bekijk onderstaande filmpje over verbale agressie.

  • Noteer wat de verpleegkundige wel en niet goed doet.

Bekijk ook deel 2

  • Noteer ook hier wat de verpleegkundige wel en niet goed doet.

Bestudeer het Agressiebeleid van de instelling Noordermaat. Deze vind je onder downloads. Welke onderdelen vind je goed en welke onderdelen mis je in het beleid?

Bestudeer het agressiehandboek van de instelling Noordermaat. Deze vind je onder downloads. Wat vind je goed aan dit handboek en wat mis je?

Bekijk het filmpje ‘Leren omgaan met agressie bij St. Anna’.

  • Wat vind je van het beleid van deze instelling? Geef het beleid een rapportcijfer en licht dit toe.
  • Hoe veilig zou je je hier voelen als medewerker? Geef een rapportcijfer en licht dit cijfer toe.

   

Downloads