De organisatiecontext in situaties van probleemgedrag
Gepubliceerd op: 06-10-2020
CCE (Centrum voor Consultatie en Expertise) verricht actieonderzoek naar de rol van de organisatiecontext in situaties van probleemgedrag bij cliënten. Het resulteerde in een boek met interessante lessen voor de bij het onderzoek betrokken organisaties en andere aanbieders in de langdurige zorg.
‘Probleemgedrag doet zich veelal voor in een wisselwerking tussen de cliënt en diens context. Het is om die reden van belang om in situaties van probleemgedrag niet alleen naar de cliënt te kijken, maar ook naar de verschillende contexten, zoals de organisatiecontext.’ Een citaat uit het boek Bewegen bij probleemgedrag dat bij aanbieders in de langdurige zorg met herkenning zal worden ontvangen. Vanessa Olivier-Pijpers van CCE schreef het boek samen met veranderkundige en expert in actieonderzoek Wouter Landman. De ondertitel: Een (actie)onderzoek naar organisatiecontext bij het vastlopen en in beweging krijgen van situaties van probleemgedrag, geeft de doelstelling van de auteurs helder weer.
Olivier-Pijpers: ‘De visie van CCE is dat probleemgedrag geen kenmerk van het individu is, maar een resultante van de interactie van een persoon met zijn omgeving. Wij zijn al dertig jaar actief voor de sector verstandelijk gehandicaptenzorg en sinds een aantal jaar ook voor andere sectoren in de langdurige zorg. We zien overal dat die context een belangrijke factor is in het gedrag van het individu. Bij die context denk je natuurlijk in eerste instantie aan de familie van de cliënt en de professionals die voor hem zorgen. Maar het is natuurlijk breder. Het heeft ook betrekking op de wijze waarop het team en de managers worden aangestuurd.’
Bewuster maken
Het boek is de resultante van onderzoek dat CCE de laatste jaren heeft verricht in samenwerking met zorgaanbieders in de gehandicaptenzorg De Twentse Zorgcentra, ’s Heeren Loo Ermelo, Prisma, Reinaerde, SOVAK en Zuidwester.
‘Doel van het onderzoek en van dit boek is zorgprofessionals en managers bewuster maken van de invloed van de context op vastgelopen situaties van probleemgedrag in de zorg’, vertelt Landman. ‘Het is met nadruk een actieonderzoek wat we hebben gedaan: niet alleen de situatie bestuderen, maar die ook proberen te beïnvloeden. De weerslag daarvan in het boek kan die zorgprofessionals en managers ondersteunen bij het weer in beweging komen en het samenwerken aan de ontwikkeling van een handelingsperspectief.’
Meer aandacht voor context
De context waarin gedrag van cliënten plaatsvindt, heeft niet altijd de aandacht gekregen die ze de laatste jaren nadrukkelijk wel krijgt. ‘Als CCE denken we mee met zorgprofessionals in de langdurige zorg als zij vastlopen en geen perspectief meer zien’. Met onder meer de toegenomen aandacht voor de context is het gebruik van vrijheidsbeperkende middelen steeds meer ter discussie komen te staan’, zegt Olivier-Pijpers. ‘Het gebruik daarvan komt voort uit handelingsverlegenheid van zorgprofessionals, van op dat moment geen andere opties meer zien’.
Landman vult aan: ‘In de analyse van vastgelopen situaties zie je bijvoorbeeld dat managers worstelen om hun personeelsbeleid op orde te krijgen. We zien hoe lastig het voor cliënten is als ze steeds nieuwe gezichten zien als begeleiders. Of hoe moeilijk het voor ze is als de gedragsdeskundige en de begeleider hen tegengestelde adviezen geven. We zien ook hoe lastig het is voor begeleiders als gedragsdeskundigen elkaar snel opvolgen en steeds een nieuwe manier van begeleiden voorstellen, en hoe dit de mate van probleemgedrag bij cliënten beïnvloedt.’
Medewerkers helpen
Eigen regie van de cliënt - in de langdurige zorg een belangrijk aandachtspunt - is in dergelijke situaties niet gemakkelijk, stelt Olivier-Pijpers. ‘In een situatie waarin iedereen aan het overleven is, spelen eerst andere vragen een rol’, zegt ze, ‘vragen als waarom gebeurt dit en hebben wij genoeg invloed?’ Landman geeft als voorbeeld: ‘Een goede eerste stap kan werken met videobeelden zijn, om medewerkers te helpen zichzelf in relatie tot de cliënt te zien. Dan zien medewerkers bijvoorbeeld dat ze maar blijven praten of de cliënt heel kort houden. Dat kan een eyeopener zijn. Het kan de medewerker helpen om zichzelf weer op de foto te zetten: welk gedrag veroorzaakt de situatie en welk gedrag helpt om dat te veranderen? Door op die manier met elkaar aan de slag te gaan, komt er beweging in de benadering van het probleem.’
In situaties van probleemgedrag spelen verschillende organisatiedynamieken. Naar de situatie kijken vanuit deze dynamieken is helpend voor medewerkers. Olivier-Pijpers noemt één van de zeven organisatiedynamieken, de schulddynamiek. Ze legt uit: ‘Hoe meer partijen de schuld bij elkaar leggen, hoe meer ze daarin vastdraaien. Als je dan in gesprek gaat met ze, op een manier waarmee je helder maakt wat hun bijdrage is aan de situatie en waar ze zelf bewegen, dan helpt dat. Vooral als je ze daarin ’ontschuldigt’”, de schuld eruit haalt dus. Dat is ook de rol van CCE: mensen weer in hun kracht zetten, op een fijngevoelige manier mensen weer in verbinding brengen. Hierbij hoort ook op een goede manier de invloed van verwanten zichtbaar maken.. Bijvoorbeeld, een moeder van een kind met een verstandelijke beperking die de hele dag op de werkvloer aanwezig is, beperkt de handelingsruimte van de begeleiders.’
Handzame verbeterstappen
Op deze manier met een team of een organisatie aan de slag gaan, maakt het mogelijk verbeterstappen te zetten zonder dat het meteen een methode wordt die moet worden geïmplementeerd. ‘Zo zijn er veel handelingsperspectieven die een aanzet kunnen geven om de zaak weer aan het rollen te krijgen en de context zo te veranderen dat probleemgedrag van cliënten afneemt of verdwijnt’, zegt Olivier-Pijpers. ‘We zien dat medewerkers betrokken zijn bij hun cliënten en vanuit daar hard werken om vastgelopen situaties weer in beweging te krijgen.’
Kan inzet van zorgtechnologie ook een rol spelen in dit verband? ‘Het kan ondersteunend zijn’, zegt Landman, ‘maar het is wel een middel, geen doel. Het kan helpend zijn om de cliënt beter te begrijpen of de cliënt een hulpmiddel te geven om zich op een andere manier te uiten.’ Dit is geheel in lijn met de uitgangspunten van de Innovatie-impuls Gehandicaptenzorg: centraal staat de vraag vanuit de cliënt, en de medewerkers.
Zoals gesteld is het boek de resultante van onderzoek in de verstandelijke gehandicaptenzorg. Veel van wat erin aan de orde komt, zal echter ook herkenbaar zijn voor andere sectoren van de langdurige zorg. ‘We zijn ook bezig het onderwerp te bespreken in andere sectoren zoals ouderenzorg, de ggz en de jeugdzorg’, zegt Olivier-Pijpers, ‘en daar zien we veel herkenning. De situatie van een oudere met dementie woonachtig in een verpleeghuis is anders dan die van iemand met een verstandelijke beperking die het grootste deel van zijn leven intramuraal woont. Maar als het gaat over de rol van de context in situaties van probleemgedrag, zijn er op hoofdlijnen veel overeenkomsten.’