‘Met andere ogen’ maakt je bewust van vrijheid en vrijheidsbeperking
Gepubliceerd op: 24-09-2020
Goed kijken naar collega’s, nadenken over wat je ziet en vervolgens je eigen handelen veranderen. Dat is in het kort hoe de methode ‘Met andere ogen’ werkt. Speciaal bedacht om onvrijwillige zorg te herkennen, af te bouwen en te voorkomen. Precies zoals de Wet zorg en dwang het wil. In de verpleeghuiszorg liet ‘Met andere ogen’ mooie resultaten zien, vertelt onderzoeker Nienke Bekkema. Collega-onderzoeker Esther Bisschops kijkt nu hoe de gehandicaptenzorg de methode kan implementeren.
De Wet zorg en dwang wil onvrijwillige zorg zoveel mogelijk voorkomen. Veel zorgmedewerkers worstelen daarmee in het dagelijks werk. Gelukkig zijn er methodes die helpen. Zoals ‘Met andere ogen’. De kern van deze methode is observatie van zorgmedewerkers door zorgmedewerkers. Nienke Bekkema, toen nog postdoc-onderzoeker aan de VU en nu beleidsmedewerker in de kinder- en jeugdpsychiatrie, werkte mee aan de ontwikkeling van de methode. Ze vond het het leukste onderzoek dat ze heeft gedaan. 'Omdat niet de onderzoekers maar de zorgprofessionals in de lead waren. In dit geval verpleegkundigen en verzorgenden in de ouderenzorg.'
Kijken zonder oordeel
‘Met andere ogen’ laat zorgverleners zelf naar dagelijkse routines kijken. Om vormen van vrijheidsbeperking te ontdekken én goede voorbeelden die vrijheid vergroten te herkennen. En zo van elkaar te leren. De methode start altijd met een bijeenkomst over vrijheid, vertelt Bekkema. 'Daar kan iedereen heel open vertellen wat vrijheid voor hem of haar betekent. Zonder oordeel en zonder sturing.' Precies zoals de zorgverleners vervolgens hun collega’s gaan observeren: zonder oordeel kijken en luisteren naar elkaar. 'Wij wilden weten wat er gebeurt als zorgmedewerkers de tijd krijgen om met een open blik op andere afdelingen te kijken. Het bleek dat ze een heleboel ontdekten.'
Alternatieven bedenken
Door te kijken gingen de zorgverleners ook nadenken over hun eigen handelen. Bekkema: 'Ze vroegen zich af hoe ze dingen zelf deden. Voor ons een aanwijzing dat deze manier van leren aanzet om de eigen praktijk te veranderen. Nog vóórdat we met elkaar naar alternatieven waren gaan zoeken.' Want ook alternatieven bedenken is onderdeel van de methode. 'Aan het eind van de observaties zijn we met de zorgverleners in gesprek gegaan over wat ze gezien hadden. En over mogelijke alternatieven.'
Een bewoner keuzevrijheid geven
Opvallend, aldus Bekkema, is dat de zorgverleners tijdens de observaties nauwelijks grote vrijheidsbeperkingen zagen. 'Het ging om kleine dingen. Zoals een bewoner keuzevrijheid geven. Dat je vráágt of een bewoner tv wil kijken, in plaats van de bewoner gewoon voor de tv te zetten. Dat is een vorm van bejegening, waarin zorgverleners heel goed zelf verandering kunnen aanbrengen.' Maar sommige situaties vroegen om meer. Denk aan een verzorgende die een bewoner toch gedwongen binnen moet houden, omdat ze de andere bewoners niet alleen kan laten. 'Om dat te veranderen, heb je managers nodig. Daarom hadden we die ook uitgenodigd voor het eindgesprek.'
Meer bewust van vrijheidsbeperking
Maar de grootste waarde van ‘Met andere ogen’ zit volgens Bekkema in de bewustwording. 'De zorgverleners leren kijken en reflecteren. Ze gaven aan dat ze zich veel meer bewust waren van wat vrijheidsbeperking eigenlijk inhoudt. Maar ook dat er geen goed of fout is. Soms kun je een hele goede reden hebben om een bewoner weinig of geen keuze te geven. Bijvoorbeeld omdat je weet dat een bewoner daar heel veel stress van krijgt. Dat zijn waardevolle inzichten.'
Onderzoek naar implementatie in de gehandicaptenzorg
'We merkten dat zorgverleners de methode heel erg leuk vonden, en dat het ze in hun kracht zette', besluit Bekkema. 'En ja, dan wil je natuurlijk dat ze dat blijven doen. En dat er meer managers komen die het aandurven om hun medewerkers tijd en ruimte te geven om op ontdekkingsreis te gaan. Maar de implementatie maakte geen deel uit van ons onderzoek. Daarom vind ik het zo leuk dat Esther Bisschops dat nu wel onderzoekt.'. Als promovendus aan de VU doet ze onderzoek naar de manier waarop zorgorganisaties methoden die onvrijwillige zorg verminderen kunnen implementeren. Zodat zorgverleners handen en voeten kunnen geven aan de Wet zorg en dwang.
Mensen met probleemgedrag
Bisschops is ook orthopedagoog bij ’s Heeren Loo, gespecialiseerd in de begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag. 'Je ziet vaak dat mensen beperkt worden in hun vrijheden, om hun gedrag te beteugelen. Dat kan zo ver gaan dat ze geen gewoon leven meer kunnen leiden. Ik heb me altijd ingezet om het leven van deze mensen te verbeteren.' ‘Met andere ogen’ is een van de methoden die Bisschops in haar onderzoek meeneemt. Naast de implementatie kijkt ze ook breder naar de effecten van de methode.
Motivatie van begeleiders
'Vanuit de verpleeghuiszorg weten we al dat de methode goed aanslaat', zegt Bisschops. 'Dat ga ik verder onderbouwen. Wat doet de methode bijvoorbeeld met de motivatie van begeleiders om onvrijwillige zorg af te bouwen. Gaan begeleiders anders met cliënten om? Zien we dat ook terug in de ondersteuningsplannen? Hebben cliënten meer autonomie?' Antwoorden op deze vragen heeft Bisschops nog niet. Net toen haar onderzoek van start zou gaan, brak corona uit. En omdat uitwisseling tussen teams en afdelingen een belangrijk onderdeel van de methode is, werd het onderzoek tijdelijk stopgezet.
Voorbereiden in leerwerkgemeenschap
Bisschops benutte de lockdown om kennis over implementatie te vergaren. In een leerwerkgemeenschap met ’s Heeren Loo, Prisma, Amerpoort en S&L Zorg deed ze belangrijke inzichten op. 'In de leerwerkgemeenschap bereiden de organisaties zich voor op de implementatie die eraan gaat komen.' Binnen de langdurige zorg voor mensen met een verstandelijke beperking gaat implementeren namelijk niet vanzelf. 'Dat komt doordat het grote organisaties zijn, met veel lagen die op elkaar ingrijpen. En het is integrale zorg, de cliënten wonen en werken er, dat maakt het heel complex.'
Dilemma’s op de werkvloer
Zo wordt in de gehandicaptenzorg vaak topdown gewerkt, wat dilemma’s op de werkvloer veroorzaakt. 'Iedereen is voorstander van betere kwaliteit van zorg', legt Bisschops uit. 'Maar mensen van de werkvloer worden vaak niet betrokken bij beslissingen.' Het resultaat is dat begeleiders zich overvallen voelen als het management besluit met een nieuwe methode te gaan werken. Maar omdat de begeleiders wél gemotiveerd zijn om de zorg te verbeteren, gaan ze keihard met de nieuwe methode aan de slag. Wat weer ten koste gaat van de directe cliëntzorg, waardoor begeleiders het gevoel hebben dat ze de cliënten in de steek laten. 'De spagaat waarin begeleiders dan terechtkomen, bespreken we in de leerwerkgemeenschap.'
De investering verdient zich terug
Oplossingen zijn er ook. Bijvoorbeeld dat de organisatie ervan doordrongen moeten worden dat de investering die het werken met een nieuwe methode vraagt, op een later tijdstip wordt terugverdiend. Bisschops: 'Om weer even terug te komen op ''Met andere ogen'': zodra de methode in de praktijk is ingebed, gaan begeleiders merken dat ze onvrijwillige zorg kunnen afbouwen. En dat ze minder hoeven te registreren en minder vaak het stappenplan van de Wet zorg en dwang hoeven te doorlopen. Dat levert tijd op. Maar nog belangrijker: de kwaliteit van leven van de cliënten gaat omhoog.' Het is ontzettend belangrijk dat een organisatie hiervan overtuigd is vóór het implementatietraject start.
Betrek cliënten bij de implementatie
Aan de leerwerkgemeenschap nemen ook ervaringsdeskundigen deel. 'Zij vertellen hoe cliënten tegen dit soort verandertrajecten aankijken', vertelt Bisschops. 'En dat kan heel verrassend zijn. Ze leggen uit dat cliënten niets liever willen dan betere zorg. En dat cliënten best wel even met minder begeleiding toekunnen, als je ze maar uitlegt waarom. Namelijk dat begeleiders tijd nodig hebben om een nieuwe methode te leren die hun kwaliteit van leven verbetert.' Betrek dus óók cliënten als je iets nieuws wil implementeren is Bisschops' advies. 'We onderschatten cliënten. We hebben in de loop der jaren een stuk zelfbepaling van cliënten afgenomen. En laat dat nou precies zijn waar ''Met andere ogen'' óók over gaat. Over keuzevrijheid van een cliënt. Dat kunnen hele kleine dingen zijn, zoals ‘wil je koffie of thee?’. Maar ook ‘met welke behandelmethode wil je behandeld worden?’. Of zoals onze ervaringsdeskundigen zeggen: waarom vraag je het de cliënt niet gewoon?'