Perspectief voor kleine zorgaanbieders in de uitvoering
Gepubliceerd op: 15-11-2021
De problemen bij de uitvoering van overheidsbeleid in de zorg voor mensen met een beperking zijn bekend. Wat zijn mogelijke oplossingen? De Tweede Kamer stelt zich deze vragen naar aanleiding van verschillende problemen in de uitvoering die burgers klemzetten. In de focusgroep “Kleine zorgaanbieders met grote ambitie” van Begeleiding à la carte van Volwaardig leven, delen we de klemmende ervaringen tussen balie en beleid.
De problemen bij de uitvoering van overheidsbeleid in de zorg voor mensen met een beperking zijn bekend. Wat zijn mogelijke oplossingen? De Tweede Kamer stelt zich deze vragen naar aanleiding van verschillende problemen in de uitvoering die burgers klemzetten. In de focusgroep “Kleine zorgaanbieders met grote ambitie” van Begeleiding à la carte van Volwaardig leven, delen we de klemmende ervaringen tussen balie en beleid.
Kleine zorgaanbieders zijn van belang voor de keuzevrijheid van cliënten. Omdat zij zorgen voor meer diversiteit in het zorgaanbod. Zij leveren, vaak vanuit burgerinitiatieven van professionals of naasten, zorg voor een specifieke doelgroep of voor een kleine groep cliënten. Kleine zorgaanbieders hebben geen stafdiensten. Hun directeur is vaak (mee)werkend voorvrouw of voorman. Om zorg te kunnen en mogen leveren op de manier die de betrokken cliënten en professionals willen, moet een kleine zorgorganisatie zich door dezelfde uitvoeringsproblemen heen worstelen als een grote aanbieder met een stafdienst en een directeur of bestuurder.
Met het inzicht van de Tweede Kamer dat de verantwoordelijkheid niet stopt bij het formuleren van beleid, maar dat je bij het vaststellen ook uitvoeringsvraagstukken moet meewegen, gloort er hoop aan het einde van de tunnel. De Tweede Kamer heeft de Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties (TCU) ingesteld om naar de knelpunten te kijken. De TCU doet in haar onderzoeksrapport zeven aanbevelingen voor een betere balans tussen departementen, Kamer en uitvoeringsorganisaties, die uiteindelijk tot een betere overheidsdienstverlening zou moeten leiden. De aanbevelingen van de TCU komen er in grote lijnen op neer, dat in alle stappen van beleidsvorming en wetgeving het perspectief en de gevolgen voor de burger meegewogen moeten worden.
In eerder contact met uitvoeringsorganisaties (gemeenten, belastingdienst en de SVB), heb ik niet het volste vertrouwen gehad in de belofte die de dames of heren mij deden als ik in het keuzemenu hoorde: “Onze gesprekken worden opgenomen voor opleidingsdoeleinden om zodoende onze dienstverlening nog beter te maken”.
Ik ga dat vertrouwen herstellen. Ik bespeur nu echt een urgentiebesef om te veranderen. Niet alleen heeft de toeslagenaffaire hier een grote rol in gespeeld, ik merk ook dat er binnen onze zorgsystemen steeds beter en steeds meer aandacht wordt gegeven aan het onder de aandacht brengen van minder of niet werkende regels.
De mensen die echt verantwoordelijk zijn mogen hun zeer verdiende positie weer eens in gaan nemen. Tenslotte dient de zorgmedewerker de mens. Zij/hij doet dat met de daarvoor beschikbare middelen. Binnen de kaders waarin dit creatieve proces moet plaatsvinden, krijgt hij/zij hiervoor hulp van beleid. Dat moet de volgorde zijn. Dat moet de werkwijze zijn. Zo hebben we dat afgesproken in 2015 toen de transities vorm kregen. We deden het voor de burger. En ik geloof dat als we dit echt zo gaan doen de kosten afnemen, de kwaliteit toeneemt en er meer mensen in de zorg willen werken. Ik verwacht dat minder regels, minder controle en meer vertrouwen in de professional zal leiden tot minder handhaving en dus minder kosten? Mijn oproep voor de toekomst is: zie niet de tekorten in inkomsten. Zie het teveel aan onnodige uitgaven.
Ik ben blij. Blij met het rapport van de TCU en blij dat ook wij vanuit de focusgroep “Kleine zorgaanbieders met grote ambities”, dit onder de aandacht hebben mogen brengen. We gaan in gesprek met de systeempartijen die zitting hebben in de spiegelgroep van Volwaardig leven en met VWS. Zo ontmoet de praktijk het beleid. Wij zijn al gestart.