Naar hoofdinhoud Naar footer

Gehandicaptenzorgorganisaties Groningen tevreden over regionale samenwerking

Gepubliceerd op: 11-06-2024

Uit recent onderzoek van Vilans naar de regionale samenwerking van gehandicaptenzorg-organisaties in de Menzis-zorgkantoorregio Groningen, blijkt dat de zestien betrokken zorgorganisaties ‘ontzettend tevreden’ zijn over de wijze waarop het samenwerkingsproces tot nu toe verloopt: ‘Alleen ga je harder, maar samen kom je verder.’

‘De regionale samenwerking is relatief jong: ze begon pas eind 2022 en moest van ver komen. Inmiddels is de oriëntatiefase voorbij, en ligt er een gemeenschappelijk transitieplan. De regionale tafel is opgezet, er is sprake van een netwerkstructuur en acht projectgroepen verkeren in verschillende fasen van ontwikkeling’, vertelt Vilans-onderzoeker Nick Zonneveld.

Persoonlijk kennismaken

Cees Oprins, regionaal programmaleider Groningen, beaamt het enthousiasme in de regio. ‘De organisaties hebben de tijd genomen om persoonlijk kennis met elkaar te maken. De rol van het zorgkantoor binnen de regionale tafel is besproken en duidelijk. De betrokken partijen hebben een beeld gecreëerd van belangrijke vraagstukken en ontwikkelingen in de regio. Ze zijn aangemoedigd en ondersteund om binnen de eigen organisatie draagvlak te creëren voor de regionale samenwerking.'

Werkzame elementen

‘Vanuit de regionale tafel binnen de eigen regio verspreidt men ook kennis naar andere platforms’, vervolgt Oprins. ‘Bovendien leren projecten onderling van elkaar in het gezamenlijk reflecteren en het meten van impact. Daardoor worden werkzame elementen uit die projecten binnen andere deelnemende organisaties uitgezet en toegepast. Neem een project als StressDetect waarbij cliënten wearables dragen zoals een sok, borst- of polsband die vroegtijdig stress signaleert. Die producten bestaan al langere tijd, maar organisaties zetten nu de stap om ze in eigen huis uit te proberen en te implementeren. Het is zaak om goed te gaan kijken naar de werkzame elementen waarop organisaties kunnen voortborduren en waarmee ze geboekte resultaten beter kunnen borgen.’

Meerwaarde

Volgens Cyril van Zuidam is het ‘in deze complexe tijd belangrijk om verbinding te creëren tussen alle betrokkenen in de zorg’. Van Zuidam is directeur van Cosis, een organisatie die in Groningen en Drenthe zorg en begeleiding biedt aan cliënten met een verstandelijke beperking en psychiatrische problematiek. ‘Cosis was de voorbije maanden betrokken bij de regionale samenwerking en de meerwaarde van het samenwerken kwam sterk naar voren. We weten elkaar sneller te vinden en we durven ook projecten aan elkaar over te laten. Zo hoeft niet elke organisatie telkens het wiel opnieuw uit te vinden.’

Goede energie

De directeur vindt het ‘krachtig’ dat ‘veel projecten juist door enkele organisaties samen worden uitgevoerd’. Van Zuidam: ‘Er zit goede en strakke sturing op de samenwerking, en reguliere voortgangsgesprekken helpen ons om zicht te houden op wat wel of niet werkt.' Bij alle projecten bespeurt de directeur ‘goede energie’. ‘Het is duidelijk wat ons doel moet zijn en doordat we dingen ook werkelijk samen aanpakken, merk ik dat het vertrouwen toeneemt. 

Als organisatie heb je de keuze om je aan te sluiten bij een projectinitiatief. We dringen niets op en je ziet dat deelname daardoor organisch verloopt. Zo ontstaat een evenredige verdeling van de inspanningen die de organisaties doen. Het tempo van sommige projecten zou wel wat hoger mogen, maar tegelijkertijd moeten we blij zijn dat organisaties projecten oppakken naast hun meestal drukke werkzaamheden in eigen huis’, aldus Van Zuidam.

Uitdaging

‘We zitten nu natuurlijk nog in de ontwikkelingsfase. De uitdaging is straks het toetsen of de samenwerking werkt en duurzame resultaten oplevert. De vraag is ook of we het samenwerken in de toekomst kunnen opschalen, maar in die fase zitten we nog niet’ concludeert Van Zuidam. ‘Samenwerken in de regio betekent inderdaad het aangaan van diverse challenges’ vult onderzoeker Zonneveld aan. ‘Dat geldt niet alleen voor de regio Groningen, maar voor alle regio’s die regionale samenwerking nastreven.’ 

Op basis van de resultaten van het onderzoek van Vilans, raadt de kennisorganisatie de deelnemers aan om gesprekken te voeren over motivatie, ambitie, belangen en pregnante vraagstukken. ‘Het is ook verstandig om afspraken te maken over het toezicht op projecten, en om per project evaluatiemomenten in te bouwen. Daarnaast is het van belang om andere samenwerkingsverbanden tussen de betrokken organisaties in kaart te brengen en voort te bouwen op die bestaande banden. Essentieel is het eveneens om cliënten, verwanten en zorgmedewerkers uit de handelingspraktijk bij de regionale samenwerking te betrekken. Tot slot is het vanuit de regiotafel relevant om te investeren in kennisverspreiding buiten de eigen regio’, aldus Zonneveld.

Fietswiel

Om het pad van samenwerking te illustreren bedachten de Vilans-onderzoekers een metafoor: het fietswiel. De spaken staan voor de betrokken organisaties, de naaf is de regionaal programmaleider, en de velg symboliseert de verbinding tussen de organisaties onderling. Bij het ventiel kun je denken aan de momenten waarop de samenwerking leegloopt, en de bijhorende reden(en). De binnen- en buitenband van een fietswiel bieden bescherming tegen hobbels die zich op het pad kunnen bevinden. 

Zonneveld: ‘De vraag blijft evenwel hoe je de samenwerking beschermt wanneer die hobbels komen. Zo moeten regio’s zich bewust zijn van de urgentie dat er nu al een tekort aan mensen is en dat dit tekort in de toekomst nog veel groter zal worden. Hetzelfde geldt vermoedelijk voor het tekort aan investeringsruimte. Een gezamenlijke aanpak in het belang van de cliënten is dus hard nodig.’

Pomp

‘Ja, op een gegeven moment heb je wel externe middelen nodig’, onderkent Oprins. ‘Een fietspomp dus. Wanneer de stimuleringsmiddelen in 2026 verdwijnen, bijvoorbeeld. De tijdelijke financiële ondersteuning met stimuleringsmiddelen is nuttig om toepassingen van samenwerking te beproeven en te ervaren, of om bijvoorbeeld een symposium in de regio te organiseren waarmee we partijen bij elkaar brengen rondom een relevant thema. Die goed opgeblazen binnen- en buitenband verhullen niettemin ook geleidelijk optredende schade. Je fietst lekker door, maar ondertussen kun je ongemerkt toch een spaak verliezen zonder dat je er erg in hebt. Het is immers zo dat er doorgaans al heel wat lucht uit je fietsband is gelopen voordat je tot de conclusie komt dat je die moet oppompen.’

Investeren

Ook de andere hobbels die zorgorganisaties kunnen tegenkomen maken de programmaleider realistisch: ‘Een gezamenlijke samenwerkingsvisie voor de langere termijn is gewenst en mijn leidersrol moet ook aangepast worden aan de steeds wijzigende omstandigheden. Naarmate de samenwerking vordert, moeten we toe naar community building. Communities vormen zelf het draagvlak voor hun samenspel. 

Nu blijkt de programmaleider nogal dominant te zijn in het geheel; als de spin in het web. Mijn energie gaat op dit moment nog vanuit de naaf door alle spaken – de gehandicaptenorganisaties − richting de velg. Zo ontstaat er stevigheid en structuur. Zodra mijn verbindersrol wegvalt, mag de samenwerking niet als een kaartenhuis in elkaar storten. Het is dus een kwestie van investeren in het toenemend verbinden van de betrokken partijen onderling om die stevigheid en zelfstandigheid van de samenwerking te vergroten.’

Bikkelharde wil

De wille vast as stoal. Zo luidt de titel van het regionale samenwerkingsprogramma in Groningen, ontleend aan het Gronings volkslied. Oprins: ‘De deelnemende zorgorganisaties tonen zich vastberaden en die wil is wat waard. Die wil is bikkelhard en geeft betekenis aan de cultuur van de samenwerking. Ze houden vast aan de ingeslagen weg en beseffen tegelijkertijd dat de volgende stappen extra inzet en verdieping vergen. Intussen zie je duidelijk dat ze plezier beleven wanneer ze mensen van andere organisaties tegenkomen en van hen over nieuwe toepassingen horen. De essentie van samenwerken is immers dat je dingen doet die je in je eentje niet op die manier zo zou kunnen doen. Samen kun je op een hoger level uitkomen. Alleen ga je harder, maar samen kom je verder.’

Deel deze pagina via: