Samenwerking met een bewonersinitiatief draagt bij aan zorgtransformatie
Gepubliceerd op: 27-05-2025
Hoe zorg je als bestuurder of programmamanager dat regionale samenwerking aansluit bij de kracht van de samenleving? Hans Vos, directeur van ZZG Zorggroep, en Loesan Peters, initiatiefnemer van het Odensehuis Animi Vivere, laten zien dat het kan. De zorgorganisatie en het bewonersinitiatief creëerden samen een sluitend netwerk rondom jonge mensen met dementie – en ontlasten tegelijk het zorgsysteem.
Om de zorg, met een groeiende vraag en gelijkblijvend aantal professionals, toegankelijk te houden, is samenwerking met bewoners/bewonersinitiatieven essentieel. Bewoners willen, kunnen en doen heel veel waar de zorg van de toekomst baat bij heeft. Om dit te versterken kunnen regionaal samenwerkende systeempartijen, zoals zorg, welzijn, woningcorporaties en gemeenten, de verbinding zoeken met bewoners en aansluiten bij wat zij doen. Vanuit het programma Regiokracht in de zorg ondersteunt Vilans zorginkopers, bestuurders en regionale programmamanagers bij het ontwikkelen van een stevige en duurzame samenwerking.
Aansluiten bij behoeften van jonge mensen met dementie
Loesan Peters is als coach en casemanager werkzaam in de zorg voor, met name jonge, mensen met dementie. Verder is zij docent en ontwikkelaar van landelijke scholingen over dementie op jonge leeftijd. ‘Jonge mensen met dementie zijn vaak op zoek naar een andere manier om hun leven vorm te geven. Er waren in de regio nog geen plekken waar zij terecht konden, terwijl daar grote behoefte aan was, zo hoorde ik als casemanager. Ze willen ertoe doen, plezier hebben, lotgenotencontact én een bijdrage leveren aan de maatschappij. Vanuit mijn sociaal-maatschappelijk ondernemerschap ben ik op zoek gegaan naar een betaalbaar pand en ben ik naast mijn werk gestart als initiatiefnemer met het Odensehuis in Wijchen. Ik was ervan overtuigd dat het concept passend zou zijn voor jonge mensen met dementie. We zijn nu acht jaar verder en hebben een tweede locatie in Beuningen.’
Hans Vos, directeur van de ZZG Zorggroep, hoorde van het initiatief van Peters en wilde graag kennismaken. ‘De visie van het Odensehuis om echt aan te sluiten bij de behoefte van jonge mensen met dementie en hun netwerk sprak mij erg aan. Daarnaast werd ik heel enthousiast van Loesans deskundigheid, haar ervaring met de doelgroep en het grote draagvlak dat er was voor het Odensehuis, gezien de grote groep bewoners die op diverse manieren betrokken waren om het initiatief in Wijchen te steunen. Samen wilden we een sluitend netwerk creëren voor jonge mensen met dementie. Dat wil zeggen: een plek waar ze terecht kunnen in de eerste fase na de diagnose en waar ze kunnen blijven, ook als ze meer ondersteuning nodig hebben. Want als mensen een indicatie krijgen voor de Wlz, waarom zouden ze dan ineens van het Odensehuis naar een zorgorganisatie moeten?’
Meer doen door onderaannemerschap
Omdat een bewonersinitiatief zoals het Odensehuis niet rechtstreeks kan declareren bij het zorgkantoor, werd het Odensehuis onderaannemer van ZZG Zorggroep. ‘We zijn een kleine ANBI-organisatie, we voldoen niet aan de wettelijke eisen om zorg te verlenen die onder de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg valt’, vertelt Peters. ‘Door het onderaannemerschap is het mogelijk om te declareren bij ZZG en vervolgens kan ZZG weer declareren bij het zorgkantoor. We voorkomen hiermee dat mensen naar een andere dagbesteding moeten, wanneer ze een Wlz-indicatie krijgen. Ook kunnen ze mede hierdoor vaak langer thuis blijven wonen. Het is heel fijn dat we door de samenwerking meer kunnen betekenen voor deze groep.’
Het is heel fijn dat we door de samenwerking meer kunnen betekenen voor deze groep.
Loesan Peters, Directeur Odensehuis Animi Vivere
De samenwerking in onderaannemerschap zorgt ervoor dat organiseren en financieren aan de achterkant geregeld kunnen worden en het bewonersinitiatief meer kan doen dan voorheen. Daarnaast heeft de samenwerking tot innovaties geleid. ‘We hebben er samen voor gezorgd dat we tot nieuwe voorzieningen zijn gekomen, zoals logeerarrangementen in een groepsaccommodatie vertelt Vos. lotgenoten plezier met elkaar en tegelijk wordt de mantelzorg ontlast. Als ZZG Zorggroep regelen we dat het financiële plaatje klopt.’
Minder zorgprofessionele inzet
Het bewonersinitiatief betekent ook iets op het gebied van de personele capaciteit. ‘Door de samenwerking is minder zorgprofessionele inzet nodig’, aldus Vos. ‘Het gaat om een besparing van 0,05 fte per deelnemer voor dagbesteding en 0,25 fte voor logeren. Bovendien zorgt het Odensehuis voor demping van de zorgvraag. Bij het Odensehuis maakt het niet uit of je wel of niet een indicatie hebt. Loesan zegt gewoon: Kom een kop koffiedrinken. De drempel is laag en vragen worden niet gelijk om gezet in een zorgvraag.’
Het Odensehuis heeft dan ook een sterke maatschappelijke businesscase, vertelt Vos. ‘Vanuit de maatschappelijke opdracht, vanuit de behoeften van cliënten en vanuit de voorzieningen die we kunnen bouwen neemt de waardecreatie toe en leveren we een waardevolle bijdrage aan de transformatie van de zorg.’
Odensehuis als proeftuin
Vanwege die bijdrage aan de transformatie presenteerden Vos en Peters het Odensehuis aan de Nonna-tafel – een overleg van veertien samenwerkende ouderenzorgorganisaties. Daar kreeg het Odensehuis volop erkenning. ‘Omdat ons initiatief werd gezien als kansrijk voor innovatie in de ouderenzorg, konden we verder als proeftuin’, aldus Peters. ‘Dat was een belangrijke erkenning voor ons. We kregen een tijdelijke financiering waarmee we onder meer de maatschappelijke businesscase konden maken. Het hielp ons om een scherp beeld te krijgen van de kosten én de effecten van onze aanpak.’
Het bewonersinitiatief werkt besparend op de professionele inzet.
Hans Vos, Directeur van ZZG Zorggroep
Resultaten door steun vanuit regionale overlegtafel
Erkenning en financiering door de regionale overlegtafel heeft geleid tot verdere innovatie en waardecreatie in de samenwerking tussen de zorgorganisatie en het bewonersinitiatief.
ZZG Zorggroep en het Odensehuis Animi Vivere richtten zich in hun samenwerking – mede gesteund door financiering vanuit de regionale overlegtafel – op vijf pijlers:
Kennisdeling
Het Odensehuis ontwikkelde een maatschappelijke businesscase [Av1] die gebruikt kan worden door andere bewonersinitiatieven. Verder heeft het Odensehuis bijdragen geleverd aan de Nationale Dementie Strategie en aan scholingen voor zorgprofessionals.
Preventie
Beide locaties van het Odensehuis zijn vijf dagen per week geopend voor vragen en ondersteuning voor mantelzorgers. Verder biedt het Odensehuis gespreksgroepen voor partners en kinderen. De collectieve manier van kijken werkt preventief als het gaat om overbelasting van mantelzorgers.
Maatschappelijke bijdrage
In het pand van het Odensehuis in Wijchen is een uitleenpunt van Medipoint opgezet, die verzorgd wordt door deelnemers. Hierdoor kon het uitleenpunt blijven bestaan in de regio en leveren de deelnemers een bijdrage aan de maatschappij. Verder kunnen medewerkers die bij ZZG Zorggroep langdurig zijn uitgevallen in het Odensehuis reïntegreren.
Eigentijdse respijtzorg
Acht keer per jaar biedt het Odensehuis logeerarrangementen van een midweek. Verder is op beide locaties van het Odensehuis een pluktuin en een beweegtuin gerealiseerd, er is een werkplaats voor houtbewerking en een muziekband voor mensen met dementie.
Talentontwikkeling
Zorgprofessionals en professionals vormen samen een gemêleerd team en leren van elkaar.
Door een intensievere samenwerking tussen Odensehuis en ZZG kwam er meer waardering voor het bewonersinitiatief.
Intussen moest de Nonna-tafel scherpe keuzes maken. Na het proeftuinjaar werd besloten dat het Odensehuis toch beter structureel gefinancierd kan worden vanuit maatschappelijke ondersteuning. ‘Wel is de afspraak met de Nonna-tafel gemaakt om open te blijven staan voor inzichten van bewonersinitiatieven wanneer deze bijdragen aan doorbraken in de Wlz-zorg’, aldus Vos. ‘De les die uit deze samenwerking op regionaal niveau is gehaald, is dat het van waarde is voor de opgaven van zowel de Nonna-tafel als het Odensehuis dat ze elkaar kennen, elkaar kunnen aanvullen en openstaan voor elkaar.’
Lees hier hoe de Nonna-tafel de gemeenschapskracht opzoekt.
Bril van het gezamenlijk belang
Zowel Peters als Vos is ervan overtuigd dat bewonersinitiatieven en zorgorganisaties samen een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan maatschappelijke vraagstukken. ‘In de maatschappij zijn er volop mensen die vanuit hun waardesysteem aan een initiatief willen bijdragen’, aldus Vos. ‘We zien vanuit ZZG de werkzame factoren, de manier waarop bewonersinitiatieven voorzieningen en diensten leveren die we zelf niet op zo’n laagdrempelige manier kunnen leveren. Naar de toekomst toe kunnen we elkaars krachten en belangen versterken. Dat wil zeggen: we sluiten aan op de behoeften van mensen en kunnen tegelijk ook in de toekomst aan onze maatschappelijke opgave voldoen. Je moet de bril op hebben van het gezamenlijk belang. Je ziet dat pas als je in de samenwerking openstaat voor elkaar.’
Tips van Hans Vos voor regionale systeempartijen
Geef medewerkers een paar procent van hun tijd die ze mogen gebruiken om samenwerkingen op te zoeken die betekenisvol zijn voor de maatschappelijke opdracht.
Zie de kansen van de samenwerking en wat de samenwerking kan betekenen voor je eigen organisatie en de maatschappelijke opgave.
Probeer met bewonersinitiatieven te kijken wat je samen kunt doen wat je afzonderlijk niet voor elkaar krijgt. Denk aan sociale innovatie, technologische adoptie enz.
Zoek initiatieven op, steun ze in wat zij willen en laat je verrassen door wat er in gelijkwaardige samenwerking mogelijk is.
Zorg dat je de samenwerking met bewonersinitiatieven binnen je eigen organisatie constant de aandacht geeft die het verdient. Blijf erover praten.
En, de belangrijkst tip: zie het als een nieuw primair proces, herontwerp je proces en maak bewonersinitiatieven onderdeel van het herontwerp.