Toekomstbehendigheid leren – gebruik ook je verbeeldingskracht!
Gepubliceerd op: 04-03-2025
Het is nog ver weg, 2074. Kunnen we er ons iets bij voorstellen? Hoe ziet de zorg er dan uit? Strategische toekomstdenkers Maikel Eikenboom en Luc Brassé proberen twaalf innovatie-adviseurs aan het dromen te zetten.
Maikel: 'Verbeeldingskracht en creativiteit zitten niet in dezelfde hersenhelft als nadenken. Door verbeelding te betrekken bij onze rationele, cognitieve processen ontwikkel je de vaardigheid om meer invloed te hebben op mogelijke toekomsten. Toekomstbehendigheid kun je leren.'
Als opwarmertje krijgen de deelnemers de vraag of ze verwachten dat de toekomst voor de komende vijftien tot twintig jaar ondanks moeilijkheden een vooruitgang zal zijn of vooral ingewikkeld en niet per se een vooruitgang.
De tweede vraag gaat over de mate van menselijke invloed op de ontwikkelingen: overheerst die of zijn het vooral grotere krachten als cultuur, politiek en wetenschap die de toekomst vormgeven? Al naar gelang hun antwoord, nemen de aanwezigen een positie in het zaaltje in en bespreken die met elkaar. Waarom staan ze waar ze staan, waarom schatten ze de menselijke invloed zo groot of klein in? Hoe valt die te vergroten?
Bijeenkomsten 'We love innovators'
'Toekomstbehendigheid kun je leren' was het onderwerp van een bijeenkomst in een reeks sessies over strategische innovatievraagstukken, georganiseerd door Vilans. We doen verslag van deze bijeenkomsten in artikelen, dit is er een van. De inspiratiesessie uit dit artikel gebruikt 'Futures Literacy Lab': een krachtige werkvorm die ook geschikt is om met collega’s te doen.
Hoop en verwachtingen voor over vijftig jaar
Maar vijftien jaar vooruit denken en dromen is iets heel anders dan toekomstbeelden zien voor over vijftig jaar, in 2074. Esther Ottow-Henning werkt bij Auris. Ze ziet zichzelf over vijftig jaar met behulp van een VR-bril gymnastiekoefeningen doen in een groepje en zo contact hebben met andere ouderen. 'Ik blijf de hele dag in bed en een robot draait me af en toe om. Eens per week komen er dan mensen bij me langs. Er zijn jonge mensen in de buurt en zo nodig kan ik zorg inschakelen.'
Opvallend is dat woorden als contact, gemeenschap en community vaak terugkomen in de verschillende toekomstbeelden. Kennelijk verwachten de deelnemers daar veel van in de toekomst. Is het verwachten of is het hopen? Maikel vraagt de groep hun toekomstbeelden te splitsen in hoop en verwachting. 'Lastig, zo’n opdeling. Want álles is immers onbekend,' zucht iemand. Esther: 'Ik hoop dat ik me dan fijn voel, al weet ik niet in welke vorm dat tegen die tijd zal zijn. Momenteel is actief zijn voor mij belangrijk, als ik oud ben is dat vast iets anders.' Elise Vuyk, werkzaam bij Ipse de Bruggen: 'We moeten kunnen dealen met de ongewisheid van het bestaan.'
Klei wat je voelt
Omdat het menselijk contact zo’n prominente rol inneemt in de toekomstbeelden van de groep, zetten Luc en Maikel daar als oefening een heel andere mogelijkheid tegenover. In hun provocatieve toekomstbeeld staat onder meer 'ik reis alleen'. Ook de natuur 'die geeft en neemt' heeft een plaats. 'Wat voel je hierbij, wat roept het bij je op?', is Maikels vraag. De geeltjes komen op tafel en woorden als 'eenzaamheid' verschijnen.
Dan komen er blokken klei op de beide tafels, die bekleed zijn met een papier met daarop een eiland, palmbomen en een bootje. Aan elke tafel de helft van de groep. 'Beeld maar uit wat je daarnet voelde bij ons provocatieve toekomstbeeld. Laat zien hoe dat gevoel eruitziet.'
Iedereen gaat enthousiast aan de slag, de een misschien wat creatiever dan de ander, maar allemaal gedreven. Verhalen komen los, mensen delen hun dromen. Poppetjes verschijnen, honden, een slang. Een lemniscaat, het symbool voor de oneindigheid, zorgt voor de verbinding tussen de verschillende levensfasen. Het eiland raakt vol, het bootje ook.
Tóch in contact
Opvallend is dat afstemming vooraf ontbreekt. Het creatieve proces verloopt organisch. Achteraf betekenis toekennen aan het ontstane totaalbeeld gaat de groepjes gemakkelijk af. 'Kijk, dit poppetje is goed voorbereid: het draagt een hoed tegen een zonnesteek, heeft van alles bij zich in zijn rugzak. Het zit nog in de zelfvoorzienende levensfase, het heeft nog geen anderen nodig', legt Esther uit. 'Zorg gaat over jezelf goed voorbereiden.'
Aan de andere kant van het eiland zijn alleenreizende poppetjes met elkaar in contact gekomen. 'Want als je alleen reist, maak je sneller contact,' stelt Elise. 'En in deze kwetsbare levensfase heb je elkaar nodig. Totdat je het bootje in gaat, al dan niet zelf gekozen. Richting de onvermijdelijke dood.'
Luc vindt dat het menselijk contact er via een omweg toch ingeslopen is. 'Jullie hebben het zó weten te plooien dat jullie eigen gevoelens er toch weer in terugkomen, ondanks onze instructie,' lacht hij. De groep krijgt desondanks complimenten voor het zo vindingrijk gebruiken van klei, creativiteit en verbeelding. Een gedeeld toekomstbeeld is het resultaat.
Wat opgeleverd?
Wat heeft de sessie gedaan met de deelnemers? 'Wat is er veranderd na deze ochtend, wat zie je nu scherper?' Voor iedereen geldt dat de horizon van 2074 haast letterlijk onvoorstelbaar ver weg is, maar dat de oefeningen om dat jaartal op je netvlies te nemen wel degelijk iets brengen. Sommigen vinden het een verrijking om vanuit hun gevoel naar de toekomst te hebben gekeken.
'We moeten comfortabel zijn met het niet-weten en daar tegelijkertijd wél op anticiperen.' Iemand merkt op: ‘Denken en dromen vanuit jezelf is voor veel zorgprofessionals moeilijker dan vanuit degene voor wie je zorgt. Heel goed om dat eens te doen.’
Een ander onderstreept dat je rust, stilte en tijd nodig hebt om tot toekomstdenken en cocreatie te komen. 'Binnen de hectiek van de zorg is dat een uitdaging.' De aanwezigen zien vooralsnog beperkte mogelijkheden deze werkvorm in te passen in hun werk, met collega’s. Maikel: 'Probeer het! Je kunt deze werkvorm zo lang en kort maken als je wilt. Het inzetten van je verbeelding leert je beter uitgerust de toekomst tegemoet te treden, toekomstbehendiger te zijn.'