‘Wet zorg en dwang raakt alles in het leven van een cliënt’
Gepubliceerd op: 15-11-2021
Als het om persoonsgerichte zorg gaat, staat de Wet zorg en dwang (Wzd) centraal. Het behelst niets minder dan de vrijheid van een cliënt versus diens veiligheid. Over de implementatie van de wet spreken we met beleidsmaker Aran Stavers van het ministerie van VWS en implementatie-expert Jeroen Schumacher van Vilans.
‘Het maatschappelijke doel van de wet is dat mensen in de langdurige zorg het leven kunnen leiden dat ze zelf willen’, zegt Stavers. Hij is teamcoördinator van de Wzd op het ministerie. ‘Dat betekent dat voor iedere cliënt duidelijk moet zijn wat hij of zij wil. Om een concreet voorbeeld te geven; stel dat het eten van vast voedsel voor iemand met zware dementie steeds riskanter wordt vanwege verstikkingsgevaar. Ga je als zorgverlener al het voedsel voor die bewoner dan standaard pureren? Of mag hij die appel gewoon eten? De Wzd schrijft niet het een of het andere voor. De wet stelt dat je daar als zorgaanbieder een gesprek over moet voeren met cliënt en naasten. Misschien kan meneer toch die appel eten in partjes mits een zorgprofessionals hem scherp in de gaten houdt. Of wellicht is de kans op verstikking toch zo groot dat er in dit geval niets anders op zit dan toch een milde vorm van vrijheidsbeperking door te voeren en meneer appelmoes te geven.’
Implementatie
Volgens Jeroen Schumacher is het voeren van zo’n gesprek en het vastleggen van de gezamenlijk genomen beslissing in het cliëntendossier niet altijd eenvoudig. Hij ondersteunt vanuit Vilans organisaties bij de implementatie van de wet. ‘Voor sommige zorgorganisaties is het gesneden koek. Het leveren van persoonsgerichte zorg is immers de kern van de bedrijfsvoering en het vastleggen van de wensen van bewoners een tweede natuur. Maar er zijn ook organisaties waarbij het werken in een multidisciplinair team een hele opgave is. Of je hebt te maken met oudere panden waar vrij bewegen moeilijk in te voeren is. En er zijn zorgprofessionals die het duizelt bij het zien van het stappenplan dat doorlopen moet worden. Zaken als tijds- en administratiedruk komen om de hoek kijken.’
Wzd-café
Daarom helpt Vilans zorgverleners dan ook met het doorlopen van het implementatieproces. Onder andere met ervaringsbijeenkomsten zoals het vrij toegankelijke Wzd-café op 8 april, met (online) advies en tools zoals de Wzd-wijzer en toegankelijke kennisproducten zoals de Alternatievenbundel. ‘Want de juiste professionele afwegingen maken en die vastleggen op een manier dat bijvoorbeeld Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) het proces en de afweging kan volgen, is geen sinecure’, aldus Schumacher.
Deuren open
Desalniettemin is het volgens Stavers belangrijk om die inspanningen wél te leveren. ‘Ook al denk je dat er in de eigen organisatie geen enkele vrijheidsbeperkende maatregel meer wordt uitgevoerd en zijn de Zweedse band en het bedhek al jaren de deur uit. Dan nog kan bij de implementatie van de Wzd blijken dat je vanuit een bepaalde vanzelfsprekendheid dingen doet die vrijheidsbeperkend zijn. Zoals standaard de buitendeuren van een locatie gesloten houden. Misschien kunnen er toch aanpassingen doorgevoerd worden dat die deuren wél van het slot kunnen. Bijvoorbeeld als blijkt dat maar een paar cliënten daadwerkelijk naar buiten gaan en een kort rondje in de tuin lopen zonder gevaar.’
Visie op vrijheidsbeperking
Al met al staat of valt de implementatie van de Wzd met de visie die je als organisatie hebt op vrijheidsbeperking, vervolgt Stavers. ‘Bij een grote gehandicaptenzorgaanbieder als Ipse de Bruggen zie je bijvoorbeeld dat ze al jaren de missie hebben om geen enkele vorm van onvrijwillige zorg toe te passen tenzij het echt niet anders kan’. En misschien ben je daar nog niet direct binnen een jaar. Dat de prioriteiten tijdens de coronacrisis even anders stonden is volstrekt begrijpelijk. Maar het moet wel je streven zijn. Bij dat implementatieproces bieden we zoveel ondersteuning aan als mogelijk.’
Al heel veel bereikt
Ten slotte vult Schumachter daar nog aan toe: ‘We kunnen niet stil blijven staan hierin. Want kijk maar eens wat de sector de afgelopen 30 jaar op dit gebied allemaal voor elkaar heeft weten te krijgen. Vanaf het moment dat de beelden van Jolanda Venema die met een Zweedse band aan de muur zat vastgebonden het nieuws domineerden tot nu. Heel veel vrijheidsbeperkende maatregelen horen gelukkig al tot de verleden tijd. Maar het kan nog beter, bijvoorbeeld door kritisch te kijken naar het gebruik van psychofarmaca en naar wat er gebeurt in de thuissituatie. Hierin hoef je gelukkig niet alleen op te trekken, samen komen we verder.’